De Dodentocht als massa-wandelevenement heeft nog altijd iets “speciaals” over zich. Wat nog altijd iets moeilijks is om uit te leggen aan iemand die er nog nooit is geweest of heeft deelgenomen.
Het “starten” blijft een heikel punt waar de organisatie dringend eens gaat moeten over brainstormen, hoewel ik denk dat er geen andere alternatieven zijn binnen het centrum van Bornem zelf. Dan zou men de wandelaars buiten het centrum moeten laten starten, waardoor je al direct de sfeer binnen het winkel/café gebied teniet doet. Hoe dan ook als je op de verkeerde plaats aan het klooster staat, moet je lang, heel lang aanschuiven om te mogen “starten”. Het zal wel om veiligheid redenen zijn dat er geen animatie is voorzien voor de wachtende wandelaars. Maar om dan met een simpele “toeter” mededelingen te doen is er nu ook wel wat over. Misschien eens investeren in een goede installatie op die plaats?

In Breendonk voelde in dat het dringend tijd was om naar de voeten te kijken. Dan vooral naar de rechter, ik voelde dar er enkele blaren zaten. Ja hoor, ik zat er met drie exemplaren twee op de hiel en 1 aan de zijkant van de voet. Die van de hiel hadden zich ontwikkeld als grote “puisten” onder een eeltlaag. Even getwijfeld om deze te laten verzorgen, zittend op een wankele bank met de eerste druppels regens die vielen het risico genomen om een reeks Compeed stickers erop te kleven. Verse kousen aandoen, poncho aandoen, wat eten en drinken sprokkelen en hop terug de weg op voor het langste stuk van de tocht. Merchtem was zo ver weg, het enige wat we wisten was dar er tussenin nog een “Checkpoint 7” was opgezet. Mentaal doet dit toch wel iets met een mens. Op het stuk naar Merchtem voel ik de blaren op mijn hiel openspringen. Jawadde, was een pijnlijk moment. Enkele kilometers verder was de pijn verdwenen, deden de opengesprongen blaren ook geen pijn meer (relatief hé). Zalig gevoel.
In Merchtem had men dit jaar zones voorzien voor de wandelaars en de volgers. Wat ik enkel maar volmondig kan toejuichen als wandelaar. Veel minder chaos en plaats om tot rust te komen (allé indien mogelijk in de grote mensenzee). Hier sms contact met een andere wandelaar die ik leerde kennen op de Kennedymars van Someren. Ze was net begonnen met haar warme maaltijd en wou nog even uitrusten. Terwijl het voor mij binnen veel te warm was en éénmaal buiten ik koud kreeg. Door de overbelasting van het gsm netwerk, konden er met veel moeite of zelfs geen oproepen tot stand worden gebracht, een sms verzenden lukte na 3, 4 pogingen. Voor mezelf dan beslist om alleen verder te gaan en mij te verontschuldigen. Met de verwachting dat ze me de komende 10 km wel zou bijnemen, ze stapte tot dan toe veel sneller dan ik. Bij de volgende post was het me duidelijk aan het worden dat dit niet meer het geval zou zijn.
Vanaf Buggenhout had men gekozen om in het parkoers veel landweggetjes te steken. Dit vonden mijn voeten absoluut geen goed idee. Heel voorzichtig kijkend hoe elk steentje, elke put eruit ziet en hopen dat ik mijn voet goed mik om zo weinig mogelijk pijn / last te ervaren. Of dit een goed idee is om in die smalle, soms 1 mans weggetjes, 14000 man door te jagen? Lijkt me niet direct iets vanzelfsprekend.
Tussen Opdorp en Lippelo was er een vrouw die doodleuk met haar paard tegen de wandelstroom inreed. Met de poncho’s die mensen aanhadden schrok het paard van die plotse bewegingen door de wind die erin opspeelde. Wandelaars schrokken dan van geschrokken paard. Dit is nu echt niet tactvol om op zo’n dag een wandelingetje te gaan maken met je paard.
Vanaf Lippelo was het voor mij duidelijk dat de voeten terug met blaren zaten. Stoppen om te kijken of te verzorgen kon ik niet, omdat ik bang was mijn schoenen niet af te krijgen en zeker niet meer zou kunnen aandoen. Dan maar de pijn verbijten en heel sterk hopen dat het niet veel erger gaat worden. Iedere helling, ieder steen(tje) is een beproeving en een berekening van hoe de voet te zetten zonder uit stap cadans te vallen en zonder extra voeten pijn te moeten ervaren.
De Dijk overleefd door aan de praat te raken met een medewandelaar. Héérlijk zulke onverwachte ontmoetingen. Daar put een mens energie uit en het zorgt ervoor dat de oneindig lijkende afstand van de Dijk plotseling zo kort leek. Want daar was het brugje van Branst. Als toeschouwer is het ginder een waar spektakel plaats om te komen kijken en genieten van wandelaars die op puur karakter en wilskracht de strijd hebben aangegaan met die 100 lange km en in euforie stemming de laatste 5 km aanvatten. Alle leed, alle aanwezig pijn overstijgen om de laatste aftelling aan te vatten.
Daar is Bornem dan met de mensen, de tent en de aankomst …. oef ik heb deze voor mij zware editie gehaald.
Ik wil een grote proficiat uitbrengen aan de mensen in de rustposten ,want zonder deze mensen die belangeloos hun nacht en volledige dag opdragen om de wandelaars van drank en voedsel te voorzien met de glimlach zou de dodentocht de dodentocht niet meer zijn Daarom lieve mensen HARTELIJK DANK ook aan de andere vrijwilligers die achter de schermen werken.