Dodentocht: 10 jaar “Op Weg”

Het moet zowat in 2009 zijn geweest dat het idee om de Dodentocht te stappen is beginnen rijpen. Tal van vragen komen dan naar boven. Zoals hoe begin je daar nu aan? Waar moet je je inschrijven? Het internet was toen nog niet zo geëvolueerd als nu en Facebook was nog groen achter de oren. Bestonden er in 2009 reeds groepen met het onderwerp “wandelen”?

Moeizaam begin

Alle begin is moeilijk en dus ook hier was het niet zo evident om de volgende stap te zetten in dit proces. Ik begon zelf eigen routes uit te stippelen, meestal liepen die van punt A naar punt B (soms ook terug naar punt A). Totaal onwetend zou ik dit patroon van wandelen nog enkele jaren volhouden. Dit waren leuke, maar ook eenzame tochten met veel handbagage mee met voldoende kledij, drank en eten. Je kon het zo gek niet bedenken of ik had het mee.

Voorbeeld van een route van A naar B

Meten is weten

In deze beginjaren was het moeilijk om een zicht te hebben of ik nu vorderingen maakte met mijn wandelingen of hoe mijn snelheid eigenlijk in elkaar zou zitten. Zelf heb ik het als iets moeilijks ervaren. Mijn eerste meetinstrument had een monochroom scherm en zat als een blok rond de pols. Ik zou bijgod niet meer weten hoe het heette? Het kon mij al een beeld geven. Of dit nu wel of niet beantwoorde aan de snelheid van de gemiddelde wandelaar wist ik nog altijd niet.

Later werd dit opgevolgd door een rits Garmin producten. De Garmin Forerunner 305, De eTrex Touch 25t en de heden ten dagen de Forerunner 935.
De eerste gegevens van deze activiteiten trackers dateren ondertussen maart 2011. 

Meetgegevens eerste wandelingen op het Garmin platform

“De Nacht” eens proberen.

In het voorjaar van 2010 begon de ernst van mijn zot idee plots wel heel dichtbij te komen. Ik herinner me nog dat ik persé wou weten hoe dat nu zit met het nachtelijk wandelen. Om dit voor te bereiden ging ik in de late avond op stap om (enkele) kilometers te doen. Ik moet er eerlijkheidshalve bij vermelden dat wandelen in de “regen” nog niet bij mij was opgekomen. Ik koos telkens van de warme lente nachten om dit uit te proberen. Als echte leek niet wetende waar ik aan begonnen was.

Om me op mijn nachtelijk stappen verder voor te bereiden schreef ik mij in voor de 31e Nacht van West-Vlaanderen te Torhout. Het doel was om eens een nachtelijke wandeling te ervaren.

Eerste grote tocht: “De Nacht van West-Vlaanderen”

Er zijn een aantal ervaringen die mij bij gebleven zijn tijdens mijn eerste “Nacht”. Een eerste was dat ik tegen de Dodentocht beter schoeisel moest zoeken. Ik heb nog altijd mijn “basketsloefkes” staan als door de jaren heen onverslijtbaar schoeisel. Maar totaal niet geschikt om 42 km te stappen. Dit waren dan ook mijn eerste kennismaking van hoe stappen op (grote) blaren aanvoelde. Ik deed deze tocht in tijd van 8:28:21. Wat achteraf gezien niet zo heel slecht was.

Nacht van West-Vlaanderen 2010

Wat ik me er ook nog van herinner is dat de uren van het openbaar vervoer niet overeen kwamen met de vroege ochtend aankomst in de zaal. Het was lang wachten in de zaal om daarna richting station te hinken op voeten vol blaren. In dat jaar was er nog één van de laatste keren de ultraloop van 100 km. Wat ik daar zag voorbij komen leek in het niets van mijn ongemakken. Totaal verstijfd richting station om thuis aangekomen richting Apotheek om verzorgingsmateriaal aan te schaffen voor de vele opgelopen blaren. 

Bornem: Mijn eerste “Dodentocht”

De eerste echte wandelschoenen in enkele weken moeten inlopen tussen “De Nacht” en de “Dodentocht”.

Met het “ik zie wel hoe ver ik geraak”-idee aan de start in de straten van Bornem verschenen. Bepakt en bezakt met regenkledij en vers ondergoed in de rugzak. Totaal onwetend en op van de gespannen zenuwen. De overwelmende geur van Flexspray op de perrons ,van Sint-Niklaas en Bornem, komt me nu nog altijd tegemoet als ik eraan terugdenk. Verhalen op de trein in mij opnemend van andere deelnemers. Dit alles liet een diepe indruk bij mij na.

Ik vond het al een huzarenstuk dat ik de 50 km had gehaald. Het koudste van de nacht/ochtend maar net overleefd. Als onwetende bij de inschrijving een spaghetti besteld. Het was in mijn beleving lang in de rij wachten met benen die pijn deden. Het idee om verder te doen leek me een berg waar ik niet over kon kijken. Stoppen was op dat moment het beste idee dat ik ooit in mijn leven gehad had. 

Bij buitenkomst was de zon reeds van de partij en die was ook in staat om alles snel op te warmen. De rust, spaghetti en de warme zon hebben me toen door de dip geholpen om vanaf dan gewoon van rustpost tot rustpost te leven. Het ging enkel nog over “overleven”.

Katoenen t-shirt en zweet zorgden voor de meest pijnlijke tepels die ik ooit gehad heb. Gelukkig zat een vers katoenen t-shirt in de rugzak. Was de volgende les die ik leerde om nooit katoen te dragen tijdens wandelingen.

Nooit geweten dat 100 km zo lang kon zijn, zo zwaar kon zijn en zo traag vooruit ging. Maar uiteindelijk met een gemiddelde snelheid van 4,3 km/u na 23:15 uur in Bornem over de streek gekomen.

Dodentocht 2010

Ziek worden/zijn en wandelen is geen goede combinatie.

Het jaar erop kon ik nog enkel de Nacht van West-Vlaanderen uitstappen met een tijd van 7:26:24 wat een uur sneller was dan het jaar voordien. Van de Dodentocht was er tegen dan al lang geen sprake meer. De jaren die erop volgden zou het wandelen naar de achtergrond verdwijnen.